Radio Veronica 1959 - 1974
|
[6] |
|
Een aantal dagen voor 30 september verscheen er in de Telegraaf een paginagrote advertentie met de kreet Ga mee met Veronica naar 538 meter.
|
|
|
|
|
De Telegraaf advertentie |
De Telegraaf vervolg |
foto © Jan Stappenbeld |
HYS-outfit |
Nu volgt een stukje historie dat belangrijk was in de aanloop tot de golflengtewisseling van 192 meter naar 538 meter die op 30 september zou gaan plaatshebben.
Welnu, hier wat vluchtige gedachten en feiten inzake dat bereik, de antennes en de keuze van golflengten die ik ontleen uit m’n Veronica aantekeningen aangevuld met herinneringen en correspondentie met onze Belgische adviseur Frederic van Duerm.
De ontvangstrapporten van 1562 KHz. (192 mtr.) kwamen uit diverse windstreken, maar in meerderheid kwamen de rapporten toch uit de Scandinavische landen. Met aan kop Zweden en Finland.
Uiteraard lieten ook de Engelse luister amateurs zich niet onbetuigd. Naar het zuiden toe was het toch altijd moeilijker. Wel hadden we in Zurich (“of all places”, MEBO Ltd. weet je wel!) een vaste luisteramateur. Het was Jack Mauch, die vaak bandopnamen maakte. Dit ondanks dat de zender Beromünster op de zelfde frequentie (1562 kHz.) uitzond.
Het verste ontvangst rapport dat ik ooit kreeg kwam van Richard Heald uit Alaska. Hij hoorde Veronica op 1562 kHz. Op 18 februari 1969. Hij stuurde als bewijs een bandopname die ik nog steeds heb.
Maar zulke rapporten waren eerder uitzondering dan regel. Ook leuk om te vermelden zijn een paar rapporten uit o.a. IJsland en Massachuetts-USA van april 1972.
|
|
ontvangstrapport uit Alaska – USA |
|
brief uit Denver-Colorado-USA |
|
|
|
|
ontvangstrapport uit IJsland |
ontvangstrapport uit Massachuetts-USA |
Dit waren dus allemaal luisterrapporten op 192 mtr (1562 KHz). De antenne die daarvoor werd gebruikt was een T-antenne. Hij bestond uit twee horizontale draden naast elkaar. De beide draden hadden ieder een lengte van 25 meter. In het midden, op 12,5 meter, zat een verticale draad van 12 meter lengte die via een spoel naar de zender ging.
De twee horizontale draden moesten werken als topcapaciteit, om het verticale antenne deel een zo goed mogelijke afstraling te geven. Het nadeel van dit type antenne is dat er in de avonduren veel fading optreedt.
|
|
de 1562 KHz (192 mtr.) antenne |
|
In de begintijd van Veronica bedroeg het zendvermogen ± 500 watt. Enige tijd later werd dat verhoogd tot ± 4 Kw. De gebruikte zender was zelfgebouwd en was rooster gemoduleerd. De gebruikte eindbuis was een BTL 6-1 van Brown Boveri. (zie foto).
|
|
de eindbuis van de zelfbouwzender a/b van de Borkum Riff |
de zelfbouw zender a/b van de Borkum Riff |
Het bleek na een studie van Frederic van Duerm, onze Belgische adviseur op het gebied van propagatie (de voortplanting van radiogolven), dat de ontvangst condities verbeterd konden worden. Hij stelde voor een cilindervormige antenne te bouwen voor het verticale gedeelte en die aan te sluiten aan de twee horizontale draden. Metingen wezen uit dat in de zomer overdag de ontvangst het meest stabiel was. Maar vanaf september tot maart was er al fading van ± 16.30 uur. En ’s morgens fading tot ± 09.45 uur. Deze antenne straalde af in alle richtingen en in de winter kwamen er ontvangstrapporten tot wel 1500 kilometer verderop.
In maart 1972 stelde Frederic voor om een andere golflengte te zoeken, een werk dat in feite als je het goed wilt doen ruim een jaar zou duren! De directie was er huiverig voor omdat 192 meter (één – negen – twee) bij iedereen bekend was. Toen de mv Norderney in november 1964 in gebruik werd genomen, was daar een 10 Kw. Continental Electronics type 316C zender op geïnstalleerd. Later zou er nog zo’n zender komen als reserve.
|
|
de reserve zender wordt aan boord gehesen |