jelle boonstra
'Willen jullie ook een uitsmijter, jongens?'
Hoe gastvrij je als luisteraar bij Veronica werd ontvangen.
door Jelle Boonstra
De gastvrijheid was buitengewoon groot. Eigenlijk stapte je nooit tevergeefs binnen in het hoofdkantoor van zeezender Veronica. Vooraf een afspraak maken hielp een beetje mee, maar ook als je onaangekondigd voor de deur stond bleef je welkom. En met wat geluk ging je nog met een stapel LP’s naar buiten ook.
Wat een jeugd hadden we. Spannend met al die zeezenders voor de kust. Met een bomaanslag, een stoorzender in Engeland, een muiterij, omvallende zendmasten, strandingen. Elke week gebeurde er wel wat. Het maakte allemaal indruk, zeker toen we in Zwolle (dat achter het zand van de Veluwe lag en waar de middengolf beroerd te horen was) na 30 september 1972 ook Veronica goed waren gaan ontvangen.
De zender werd in 1973 en 1974 vervolgens vaak het reisdoel, als we er per trein op uittrokken met de meerdaagse tienertoerkaart. Zestien waren we, Johan Vlaskamp – maat en klasgenoot – en ik. Natuurlijk geheel gekleed naar de mode van de tijd: een legerjack, een pukkel (met daarop Who en Golden Earring gekalkt en een ban-de-bom symbool). Plus als toegift wat fluoriserende Veronica-stickers op de jas.
Met een verhaal voor de schoolkrant als voornaamste alibi scheepten we ons regelmatig in op rondvaarten langs de schepen, gingen we op zoek naar de Mebo I in Rotterdam, naar de tenders in de haven of naar Noordzee in de Hofstede Oud Bussum (waar de ontvangst doorgaans een stuk koeler was). Veronica stak er bij de bezoeken toch met kop en schouders bovenuit. Door de sfeer. Door de losheid, en door de vanzelfsprekendheid waarmee ze ons toch elke keer urenlang gedoogden. ‘Hebben jullie al gegeten jongens, willen jullie een uitsmijter?’ - Ongekend toch?
Op 4 augustus 1973 waren we er voor het eerst. Op een zaterdag rond een uur of tien. Onverstandig natuurlijk, wie gaat er nou op zaterdag naar Veronica? De studio kenden we natuurlijk uit het Veronica-blad: de Lapershoek, aan het eind van een mooie bomenlaan. Een statige Hilversumse villa. Met een hele hoge heg en alleen een paar bescheiden bordjes in de tuin was er weinig aan te zien. Maar aan de auto’s op het grind, allemaal ruim beplakt met 538 stickers, kon je zien dat we goed zaten: en anders wel aan de dubbele beglazing bovenin het gebouw.
Binnen zat het Veronica-voetbalelftal aan de koffie, op punt van vertrekken. Stan Haag zei dat we maar beter naar huis konden gaan. Maar Sieb Kroeske ontpopte zich meteen tot gelegenheidsgastheer en beklom met ons samen de trappen naar de zolder, naar het heilige der heiligen: de vijf studio’s van Veronica, waar het allemaal gebeurde.
Wat hij onderweg vertelde, krabbelde ik voor de schoolkrant snel in een kladblokje: het idee bijvoorbeeld om het schip na de sluiting als museum in de Rotterdamse haven neer te leggen, omdat bij de stranding wel was gebleken hoe groot de belangstelling voor de boot was. En dat ze de ledenwerfactie van Veronica op een laag pitje gingen zetten omdat na de aanmelding van 170.000 leden het animo aardig terug ging lopen.
Hoogtepunt van de dag was een bezoekje aan studio 5 waar nieuwkomer Ton Egas (nog maar net omgedoopt tot Bart van Leeuwen) in een self-support opstelling wat zat te frobelen, een oude PAMS jingle voor Radio London werd – knipknip – onder zijn handen een mooie Veronica ochtendjingle.
‘En willen jullie iets bijzonders horen jongens?’ – vroeg hij. ‘Luister - dit is het laatste wat er ooit op 538 voorbij zal komen….’ Uit de speakers kwam dramatische orgelmuziek, waarop met grafstem een lijst met namen van de Veronica-medewerkers werd gelezen, Rob Out deed een dramatische speech over communicatie en het gebrek eraan en met een 538-jingle werd de vijf minuten van somberheid afgesloten.
Een jaar van tevoren lag dat dus al klaar: al bleek op 31 augustus 1974 uiteindelijk voor een heel ander einde gekozen te zijn (het bandje dat Bart draaide werd ’s nachts trouwens wel uitgezonden in de laatste Kolder Op Zolder Show). In de keuken van Tante Erna werd een glaasje Cola getapt.
Buitengewoon frappant was wel de kantoorklok boven de deur. Van het merk ‘Van Doorn’, waarmee de Veronica-minuten langzaam werden weggetikt. Macaber, omdat mr. Harry van Doorn, minister van CRM immers Veronica de doodsteek had gegeven. ‘Het zal niet lang meer duren tot het bandje met de laatste Veronica klanken op de recorder wordt afgedraaid’, stond er in de volgende schoolkrant. Sieb deed in de vergaderkamer een ruimhartige greep in dozen met LP’s, die Veronica weg mocht geven als prijsje. Verzamel-LP’s, de twintig beste van de Earring. We waren er dolblij mee – als de kinderen die we eigenlijk nog waren.
Kom maar eens terug in de week, als het echt druk is – had Sieb gezegd, en prompt zaten we er 10 dagen later weer. Wat bedremmeld meldden we ons bij de telefoniste (meteen na binnenkomst rechts), die een meisje van de discotheek belde om ons rond te leiden.
Dat meisje had na vijf minuten weer wat anders te doen en riep: 'jongens, jullie vinden het zelf toch verder wel hé?' – een fantastische vrijbrief om overal rond te neuzen. In tegenstelling tot de zaterdag was het een heksenketel in het gebouw – en kennelijk vond niemand het vreemd dat er twee adolecenten met Kodak-clack camera in elke studio na beleefd kloppen kwamen buurten. Iedereen leek het ook nog prachtig te vinden als je lastige vragen stelden: het Veronica-sfeertje stelde je onmiddellijk zo op je gemak dat je dat deed ook.
Leuk om naar Tineke kijken, en hoe ze een programma maakte. Met Nol Vis aan de andere kant van het glas. I'm Goin' Home van Ten Years After schalde je tegemoet. Ha: Tineke moest wel bezig zijn met haar avondprogramma, want Ten Years After was niet bepaald kost voor koffietijd in de ochtenduren. Nol beantwoordde blijmoedig de vraag of het een beetje leuk was – dat werken bij Veronica: ‘Man, wat dacht je: als je een heel uur Ten Years After mag draaien en er ook nog voor betaald krijgt. Bovendien: mijn werk is ook m’n grootste hobby’.
Het bleek een volcontinue-bedrijf in studio 1. Want na de avonduitzending (band terugspoelen, op datum coderen en in een doos) werd meteen aan een Koffietijd begonnen. Over de studiomonitor barstte turbelente Tineke in lachen uit: ‘Nol, luister – een mevrouw wil dat we een bloemetje sturen aan haar moeder, ‘die me in de oorlog zo goed geholpen heeft’. Nol: ‘Welke oorlog, die van ‘14-’18?’. ‘Nee’, zegt Tineke: ‘De tachtigjarige!’ – om daarna toch met een ontroerende ondertoon in haar stem het briefje voor te lezen. Na Koffietijd meteen maar weer een ochtendprogramma. Tineke zuchtte wat zonder het echt te menen: ‘Het lijkt Philips wel, met al dat lopende-band werk’.
Op naar Studio 4. Daar zat Juul Geleick (die ik twintig jaar later pas echt zou leren kennen) met handen en voeten mee te stampen op de muziek met Chiel Montagne in de belendende spreekcel.
Of het nieuwe Radio Atlantis met zijn Vlaamse plaatjes van invloed zou kunnen worden – vroegen we aan de man die immers met Losse Groeven als deskundige gold. Chiel hoopte het maar. Want er zaten goeie platen bij. ‘Will Tura bijvoorbeeld en Verboden dromen. Hartstikke goed, maar deed hier niets’. Om zonder enige logische overgang een zelfgemaakt masker op z’n hoofd te zetten en aapachtige geluiden te maken. Juul zette als antwoord een stuk vilt op z’n hoofd en maakte rare grimassen terug. Hoogste tijd dus voor een andere studio: achter de deur ernaast heerste een serieuze stemming. Tom Collins was geconcentreerd bezig met de wekelijkse tipparade. Een foto maken? Best! Een gesprek dan? Liever niet! Dat begrepen we best: viel ook niet mee natuurlijk, al die stijgers en dalers oplezen en cijfers roepen van wel twee getallen.
Op de gang zat Chiel inmiddels Juul achterna en schalde vijf minuten later opeens keihard een jingle over de gang. ‘Tommy!!!!!!’ ‘Collins!!!!!!!” De presentator was tussendoor naar beneden geglipt voor een plasje. En dit was blijkbaar het teken van technicus Sytze Gardenier dat de plaat naar het einde begon te lopen. Een gekkenhuis al, maar een léuk gekkenhuis.
SFEER VERANDERD
In 1974 – naar het einde toe – voelde je als bezoeker dat de sfeer veranderd was. Veronica liep af, dat kon je zien: posters en platen die van de muur vielen werden niet meer opgehangen. Er stonden her en der kapotte apparaten op de gang, die niet meer werden gerepareerd. Waarom zou je ook? Nog een week of wat, dan was het allemaal finito. Er waren vreemde activiteiten op 23 juni, toen we weer eens kwamen: klusjesman Han Vastenburg was met Karel van der Woerd al enthousast bezig de muur weg te breken tussen studio 3 en en 4. Van de ene studio was de apparatuur in de mobiele opnamestudio neergepoot, die ergens op lokatie z’n uren stond te draaien. In die vergrote studio, nu studio 34, kon je meteen ook mooi televisie-opnamen maken, en dat moest ook – als voorbereiding op de V.O.O. – waar niemand veel trek in leek te hebben – zo vertolkte Juul tenminste de algemene sfeer. ‘Er gaan bij ons al stemmen op om na 31 augustus nog gewoon als Veronica twee weken door te gaan. Als stunt: om mensen te laten zien dat je ons nu ook weer niet zó gemakkelijk weg kunt krijgen’.
Op dat moment kwam Will Luikinga welhaast met piepende remmen aanrijden bij de studio, een zojuist opgenomen band onder de arm. Op lokatie in Den Haag was hij begonnen met een nieuwe rubriek in z’n programma: ‘De mens en z’n huisdier’. Kwam daar zomaar mevrouw Schmelzer aanlopen, vrouw van de beroemde KVP-politicus, die zonder omhaal sprak over haar teckel, Norbert, die 17 jaar in de politiek had gezeten. En dat ze altijd naar Veronica luisterde en dat de zender moest blijven. Na de opname kwam mevrouw Schmelzer zelfs met een hele doos gebak aan. Er werd in de studio hevig gedebatteerd: kun je dit gebruiken als een promospotje? Een vrouw van een vooraanstaand politicus die zoiets roept! Maar daarvan werd toch afgezien: je mag zo’n spontane uitspraak niet zomaar misbruiken.
Tijdens het bezoek keken we zelfs even achter de deuren die eerder gesloten waren gebleven: met een mengpaneel uit de Zeedijk tijd achter de ene en een complete galmkamer achter de andere. Met een nijdig briefje van Ad Bouman: ‘Blijf alsjeblieft eens van de rotzooi af, het is net weer gerepareerd’.
Adje zelf stond in een studiocel waar het een enorme bende was. Opeens viel het op z’n plek: geen wonder dat er in de ABTT, de Adje Bouman Top Tien, elke week wel weer iets anders verdween: de top 10 zelf, of de nummer een, of een ingesproken brief. Je moest ook wel van goeden huize komen om in deze schots en scheve stapels iets terug te vinden.
Op onze opmerkingen dat de ABTT het enige programma was dat ‘het ware gezicht van Veronica laat zien’ had de meester slechts één antwoord: een brede grijns.
Bij ons laatste bezoek op 13 augustus, twee weken voor Veronica’s zwanezang, vreesden we voor de bedrukte atmosfeer, die er vast aan de Utrechtseweg 16 zou hangen. Maar het bleek er juist buitengewoon gezellig. Ontspannen, met veel gelach. Blijkbaar had iedereen zich voorgenomen om van die paar laatste weken ook iets moois te maken. Al zat de ongerustheid toch ook wel weer vlak onder de oppervlakte. In de keuken en op het gangetjes naast de jinglecarts gingen de gesprekken maar over één onderwerp: het onherroepelijke einde. ‘Wat ga jij dan straks doen?’. De strijdlust en de plannen uit juni om nog even door te gaan in september, bleken voorbij. Er is geen ontkomen meer aan – was bij iedereen de moedeloze conclusie als je er naar vroeg. Op het mededelingenbord hing een veelzeggend briefje van programmaleiding en programmaraad: ‘NB: De luisteraar mag er niets van merken dat we nog maar twee weken te zenden hebben. Dus vrolijk zijn en het niet over het einde hebben’.
Ruud Westbroek lichtte het toe: ‘We moeten wel, als we de hele dag sentimenteel lopen doen, dan houden we geen luisteraar meer over. We moeten toch een gezellig station blijven’.
Hoe consequent het allemaal werd doorgevoerd bleek wel in de uitzendingen van Anouschka, die in de laatste weken weer even in genade werd ontvangen in de Hilversumse studio’s (net als andere oud-Veronica-medewerkers die er jaren niet waren geweest). Vooral in de laatste weken deed ze nog een stuk of wat Jukeboxen. De zinsnede in een brief bij een verzoekplaatje ‘voor de straks werkloze DJ’s en personeel’ haalde de uitzendingen bij haar niet. Dat soort zinntjes werden op de briefkaart meteen weggekrast.
Tot aan de laatste week, waarin de registers voor de laatste maal goed open mochten. Juul Geleick en Lex Harding groeven zich een studio verder een weg door het chaotische archief met oude Veronica fragmenten. Ze waren al tot 1970 gevorderd - en in de keuken tikte Van Doorn verder.
Jelle Boonstra - 31 augustus 2003.